De in 1926 geboren Franse fotograaf, die voor Magnum en Time Life werkte, presenteert een humanistisch werk waarin kunstenaars, politici, het straatleven en de filmwereld worden afgebeeld...

  • Zonne-oven. Mont-Louis (Pyrénées-Orientales), 1958. © Jean Marquis / Roger-Viollet

De Salon de la Photo wil al jaren, via het werk van grote fotografen, de fascinerende wereld van de filmfotografie illustreren. Met Sabine Weiss, Raymond Cauchetier, Elliott Erwitt en Gianni Berengo Gardin herbeleefde het publiek bepaalde fotografische meesterwerken uit de XNUMXe eeuw.

Dit jaar viert een andere fotograaf uit dezelfde generatie als Sabine Weiss, Jean Marquis, zijn 90ste verjaardag. Hij werkte vanaf het begin bij bureau Magnum. Geboren in 1926 in Armentières in het noorden, reisde hij door Frankrijk in de jaren vijftig en zestig. Eerst volgde hij het pad van de humanistische fotografie, later sloeg hij nieuwe wegen in en, in een periode van grote sociale veranderingen, wendde hij zich tot een meer contemplatieve fotografie door een nieuwe visie op industriële fotografie en de wereld van werk.

Jean Marquis dankt zijn begin in de fotografie aan een sleutelfiguur op de internationale fotografische scène van de jaren vijftig: Robert Capa, neef van zijn jonge vrouw Susie. Deze laatste raadt hem aan om zich eerst in een laboratorium te perfectioneren. Vervolgens trad hij in dienst bij Pictorial Service bij Pierre Gassman, waar hij alles leerde over doka-printen. Hij heeft ook de mogelijkheid om de contactbladen van grote fotografen, zoals Cartier-Bresson en George Rodger, te bekijken, waardoor hij inzicht krijgt in hun manier van omgaan met hun onderwerpen. Zijn rapport over de Deûle, opgesteld terwijl hij op de fiets langs de noordelijke kanalen reed, verleidde Capa, die vervolgens zijn toetreding tot de grote en prestigieuze Magnum-familie tekende.

Gewapend met een Leica gekocht van Henri Cartier-Bresson, begon hij zijn carrière als fotoreporter zonder ooit zijn zoektocht naar persoonlijke onderwerpen opzij te zetten. Later werkte hij voor Time Life en de New York Times. Gepassioneerd door nachtverlichting toonde Jean Marquis al vroeg zijn beheersing van graan en lange belichtingstijden. Tijdens twee nachten in Liverpool in 1955, op weg naar het eiland Man, maakte hij verschillende beelden van verbazingwekkende kracht: haventaferelen in het schemerlicht van de kades. Van zijn vele reizen naar de Corrèze bracht hij later scènes mee van een inmiddels verdwenen plattelandsleven. Een platteland waar brood wordt gebakken, waar nog klompen worden gesneden en waar nog net als in de XNUMXe eeuw mensen op het land werken. Het bijna cinematografische oog van de markies streelt deze landschappen met de welsprekendheid van een uitzonderlijke kadrering, geleerd van zijn meesters Capa en Cartier-Bresson.

Jean Marquis fotografeerde Parijs uitgebreid. Hij hield ervan dag en nacht te wandelen in wat hij straattheater noemt. Mode, politici, grote evenementen, de oude Hallen, vooraanstaande schrijvers en kunstenaars, paardenraces, bioscoop, alles passeerde voor zijn lens, door zijn tedere blik en een passie voor natuurlijk licht. Jean Marquis is sterk beïnvloed door literatuur en theater en voelt zich op zijn gemak wanneer hij in de fotografie de plaatsen herschept waar Louis Aragon met Elsa Triolet door Parijs slenterde, in zijn boek "Il ne m'est Paris que d'Elsa", dat ze samen in 1964 publiceerden. met Laffont.

Welk onderwerp hij ook behandelt, Jean Marquis laat zijn emotie en empathie met eenvoud en terughoudendheid naar voren komen.

De Fotobeurs
van 10 tot 14 november 2016
Porte de Versailles

Voor meer informatie: www.lesalondelaphoto.com